Productie geneesmiddelen verdwijnt uit Nederland
Studie van accountants- en advieskantoor PwC laat zien dat, ondanks de vergrijzing en de toenemende vraag naar medicijnen, in Nederland steeds minder medicijnen worden geproduceerd. Tegelijkertijd groeit de productie van geneesmiddelen in onze buurlanden. Een duidelijke verklaring voor de afname ontbreekt. De studie suggereert wel dat er een verband is met de Nederlandse gerichtheid op lagere medicijnenprijzen.
Een belangrijk lichtpunt is wel dat de Nederlandse biotechsector van jonge bedrijven die nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen, bloeit. ‘Een substantiële groei in het aantal bedrijven sinds 2012, gecombineerd met een hoge groei in het aantal werknemers, heeft een positief beeld in vergelijking met omringende landen.’ De grootste medicijnenproducent in Nederland is MSD, dat in Oss onder meer het kankermedicijn Keytruda maakt. Andere fabrieken staan in Haarlem (Teva), Leiden (Janssen, dochter van Johnson & Johnson) en Meppel (Astellas).
Het rapport pleit voor een bijzondere inspanning om internationale bedrijven te bewegen tot het openen van grote productiefaciliteiten in Nederland. Daar zouden goede mogelijkheden voor zijn, gezien het hoge kennisniveau en de goede infrastructuur. Ook directeur Gerard Schouw van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen concludeert uit het rapport dat een ‘actief rijksbeleid’ noodzakelijk is. Dat andere landen beter scoren komt volgens hem doordat daar meer aandacht is voor de economische waarde die de geneesmiddelensector vertegenwoordigt. ‘In Nederland is de sector nog een verborgen parel, goed voor 65.000 banen.’
De farmaceutische bedrijven kunnen volgens de PwC-studie zelf ook meer doen door actiever naar buiten te treden.
